Voor mij zijn speculaasjes bakken onlosmakelijk verbonden met de warmte en gezelligheid van de winter. Die geur van speculaaskruiden die door het huis zweeft, brengt me direct terug naar vroeger.
Wat maakt deze koekjes zo speciaal? Hun knapperigheid en natuurlijk de kruidige smaak van speculaaskruiden. Goede kruiden maken echt het verschil. Het mooie aan dit recept is dat je bijna alles met de hand doet, net zoals oma vroeger, en dat geeft de koekjes nét dat beetje extra liefde en aandacht.
Dit recept levert je zo’n dertig heerlijke koekjes op, perfect om te delen. Maar wees gewaarschuwd: speculaasjes worden vaak sneller opgegeten dan je ze kunt bakken!
- Het deeg moet minstens een half uurtje in de koelkast rusten. Dit helpt niet alleen om het deeg makkelijker uit de speculaasplank te krijgen, maar zorgt ook dat de smaken van de kruiden goed intrekken. En als je tijd hebt, laat het dan gerust nog iets langer rusten – dat maakt de koekjes nóg lekkerder.
- Voor een mooi resultaat is het handig de speculaasplank lichtjes te bestuiven met aardappelzetmeel (of maïzena). Zo blijven de koekjes niet plakken en komen de details mooi uit.
- Als je de koekjes uit de oven haalt, laat ze dan goed afkoelen op een rooster. Zo blijven ze knapperig en kun je ze langer bewaren — al verdwijnen ze waarschijnlijk sneller dan je ze kunt wegleggen!
- 200g speltbloem
- 100g bruine basterdsuiker
- 150g roomboter (op kamertemperatuur)
- 1,5el speculaaskruiden
- 1tl bakpoeder
- Snufje zout
- Verwarm de oven op 180°C
- Zeef de bloem, zout, bakpoeder, suiker en speculaaskruiden samen in een kom.
- Snijd met twee messen de boter in kleine stukjes. Ga door tot de boter in stukjes ter grootte van kleine erwtjes is gesneden.
- Kneed alles met je handen tot een soepel deeg.
- Rol het deeg op in een bal en wikkel hier wat plasticfolie omheen, laat het minimaal 30 minuten rusten in de koelkast.
- Verdeel het deeg in twee gedeelten. Neem één gedeelte van het deeg en rol er een staaf van.
- Snijd dit in ongeveer 15 kleine plakjes. Maak van de plakjes kleine balletjes.
- Bestrooi de speculaasplank met wat aardappelzetmeel.
- Druk de balletjes in de vorm. Haal met een mesje het overtollige deeg weg.
- Keer de plank om en klop hier voorzichtig tegenaan, zodat de deegplakjes uit de plank vallen.
- Leg de lapjes deeg op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Herhaal dit met het tweede deel van de deegbal. Dit recept is voor ongeveer 30 – 40 koekjes en je hebt dus twee bakplaten nodig om de koekjes te bakken.
- Je kunt ook één deegbal bewaren en de andere helft een andere keer bakken. Deeg blijft een paar dagen goed in de koelkast.
- Bak de koekjes 15 tot 18 minuten in de oven.
- Haal de koekjes uit de oven en leg ze plat op een rooster om af te koelen en stevig te worden.